Goed

De put, gelegen in het midden van het « kasteel »-gedeelte van de site, werd volledig in de kalkstenen rotsen uitgegraven, wat een prestatie is als we de binnendiameter (2,50 m) en de diepte (54,50 m) in ogenschouw nemen.

In tegenstelling tot wat eerder werd gedacht, bereikt het niet het niveau van de Maas, maar eenvoudigweg een grondwaterspiegel in het rotsmassief. Samen met de reservoirs en andere bronnen zorgde het voor de watervoorziening van de bewoners van het fort, een bijzonder belangrijk feit bij gebrek aan enige bron in Poilvache. Deze afhankelijkheid van water lijkt fataal te zijn geweest in 1430, toen het garnizoen dat werd aangevallen door het leger van de prins-bisschop van Luik de put waarvan het water ongeschikt was geworden voor consumptie niet langer kon gebruiken.

Onder de legendarische feiten die verband houden met Poilvache zullen we de aanwezigheid van een « gatte d’or » noemen die van de put zijn schuilplaats zou hebben gemaakt.